Selecteer een pagina

Ik maak met mijn coach een plan voor het eind van het jaar. “Je schrijft die blog in een half uur,” zegt ze. “Plaatsen op je website, nog eens 10 minuten. Klaar.”

Ja, zo gaat het ook in mijn hoofd.

Maar nu de praktijk. Het onderwerp komt snel in mijn hoofd op. De richting van de tekst ook. Maar zodra ik begin te typen, stagneert de hele boel. Dan komt mijn perfectionistische brein online. Elke zin overdenken, proberen om het gevoel van de tekst te controleren. Zelfs al weet datzelfde brein dat ik weinig invloed heb op hoe een lezer mijn tekst ervaart. Dat hangt af van háár gedachten, niet van mijn perfectie.

Bij elke zin is daar mijn kritische Truus die roept dat het niet goed genoeg is. Dat ik mijn lezer niet aanspreek. Hier roept zij dat mijn lezer niet geïnteresseerd is in hoe ik mijn teksten schrijf. Ik weet inmiddels dat Truus zich gaat roeren als ik ga schrijven. Inmiddels vecht ik niet meer tegen haar maar bedank ik haar voor haar zorgen.

Waarom plannen maken als perfectionist zo makkelijk lijkt (en uitvoeren niet)

Ik weet dat zij mij veilig wil houden. Dat zij wil dat mijn teksten zo perfect zijn, dat niemand kan zeggen dat het niet goed genoeg is. En ja, als ik haar zou volgen, wordt er nooit meer een tekst geplaatst. Dat is het állerveiligste. Helemaal niks doen. Daar kan ik niet op falen. Maar daar kom ik ook niet mee verder. Daarmee doe ik niet wat ik graag wil.

En dat brengt me bij waarom ik dit überhaupt doe. Ik wil perfectionistische vrouwen helpen om zachter voor zichzelf te worden en rust te vinden in hun hoofd en hun leven. Zodat ze kunnen leven met wat er echt toe doet voor hen en niet meer omdat het “moet”. Eén van mijn kernwaarden is anderen helpen en de wereld vriendelijker maken. En dan moeten mensen mijn teksten wél kunnen lezen.

Het kleine stapje dat je perfectionistische brein onderschat

Soms moet ik de chaos in mijn hoofd tot rust brengen door juist dat te doen waar ik aan twijfel. Waarvan Truus liever heeft dat ik het níet doe.
Dat doe ik dan in kleine stapjes. Stapjes die ik goed kan overzien.

De vraag die me elke keer helpt:
Wat is de kleinste stap die ik nu kan zetten om toch op gang te komen?

Het goud zit namelijk in dat kleinste stapje. Precies dat stapje waarvan jouw perfectionistische brein zegt:
“Dat is niet genoeg. Zo komen we er nooit. Dit duurt veel te lang.”

Maar het omgekeerde gebeurt:

  • je komt wel in actie
  • je leert Truus dat het oké is
  • je zenuwstelsel mag wennen aan ‘gewoon beginnen’
  • je blijft veilig

Mocht Truus nog heel hard twijfelen: vraag haar maar eens wat écht sneller is.
Nog weken nadenken over je planning en de uitvoering… of elke week één klein stapje zetten?

Herken je dit verschil tussen plannen maken en uitvoeren?

Komt plannen maken makkelijk, maar voelt uitvoeren altijd stroef?
Ik ben benieuwd: waar merk jij dat het meest? Bij je werk, je hobby’s, of juist bij rust nemen?

 

P.S. En weet je waar ik dit zelf het meeste herken? Bij rust nemen. Ik voel dat ik het nodig heb. Ik maak een prachtig plan om te wandelen of even een half uur te lezen. Maar dan is daar altijd Truus weer: nog even dit, nog even dat. Er is altijd íets dat ik eerst moet doen voor ik mag rusten.

Daarom maakte ik Rust zonder Chaos, een mini-cursus voor perfectionisten die precies hiermee worstelen: het verschil tussen willen rusten en daadwerkelijk kunnen rusten.